Strijden tegen je emoties

Wat snel en onrustig bewegend komt ze binnen. Ze zet haar tas neer, trekt haar jas uit, legt deze over de stoel en gaat zitten. Ze verzit nog een paar keer en kijkt me dan aan met een blik die ik niet gelijk kan peilen. Ik raak er wat van in de war en besluit nog niet te reageren. Achteroverleunend kijk ik haar aan en wacht af. Vervolgens sluit mijn coachee haar ogen en lijkt ze wat tijd te nemen om bij zichzelf stil te staan. “Ik ben er hoor”, zegt ze dan met geopende ogen maar nog wat onrust in haar blik en een kleine glimlach op haar gezicht.

“Hoe gaat het met je?” is mijn eerste vraag. Een vraag waar ik wel vaker mee worstel. Heeft het nu wel of geen zin om deze vraag te stellen terwijl ik hier vaak een niet zo heel veel zeggend antwoord op krijg. En dat is ook precies wat er gebeurt. “Het gaat wel”, zegt ze terwijl er in het lijf tegenover mij vanalles lijkt te gebeuren. Ik raak nieuwsgierig naar wat er van binnen gebeurt. Het lichaam geeft mij zoveel meer informatie en ingangen om mee verder te gaan en we stappen daarom ook over op een oefening om stil te staan bij wat er allemaal in het lijf te voelen is.

Er blijkt veel te voelen te zijn; spanning in haar nek en hoofd, druk op haar borst, onrust in haar ademhaling en in haar buik, veel gedachten en een mengelmoes van allerlei gevoelens. Alleen heeft ze geen idee waar dit vandaan komt of waar dit mee te maken heeft. Dit laatste is moeilijk te verdragen. “Ik lijk wel een emotioneel wrak, maar ik weet niet eens waarom”, zegt ze met een strenge stem. Op haar gezicht is een strijd zichtbaar; emoties die dicht bij de oppervlakte zich willen laten zien tegen de drang om deze emoties kostte wat het kost binnen te houden.

Ik twijfel wat ik eerst ga doen. Ik merk dat ik aan het nadenken ben over hoe ik mijn coachee toch bij het gevoel kan laten komen, wat er zo zichtbaar niet mag zijn van zichzelf. Ik neig om in de actiestand te gaan en iets te bedenken, maar iets houdt me tegen. Het mogen voelen wat er te voelen is, is namelijk mijn eigen thema, dat is voor mijzelf heel belangrijk. Maar er is ook nog iets anders te voelen en hier neem ik de tijd voor. Ik probeer aan te sluiten bij mijn coachee en te kijken hoe het voor haar voelt. En ik voel zelf zo de strijd die er in haar waarschijnlijk gaande is. Ze wil ‘overeind blijven’. Ze houdt zich sterk. Haar rechte en wat stramme houding, haar kin wat omhoog gericht, af en toe fronsende wenkbrauwen en een afgemeten stemgeluid wijzen mij ook in deze richting.

Als ik haar vraag of ze gewend is zichzelf sterk te houden, geen emoties te laten zien en door te gaan stemt ze gelijk in. Dit is voor haar heel normaal en ze herkent dit ook van haar ouders. Er was geen ruimte om haar gevoelens te laten zien en dit werd ook niet door de andere gezinsleden gedaan. Huilen deed je niet. Hierop doorpratend herkent ze ook dat het voor haar heel normaal was om zich aan te passen aan anderen, voor anderen te zorgen en zichzelf hierbij wegcijferen. Er werd niet naar haar mening gevraagd. Boodschappen die ze direct of indirect kreeg in haar jeugd lagen in de lijn van voel niet, heb geen eigen mening en kom niet dichtbij. Terwijl we dit zo bespreken lijkt de strijd in haar lijf wat te verminderen; de schouders mogen wat meer omlaag, de kin wijst nu wat meer naar beneden en er komt wat meer rust in haar ademhaling.

We staan stil bij haar verlangen. “Ik wil me blijer, positiever en vrijer voelen”. Een lichte sprankeling in haar ogen probeert de rest van het gezicht te beïnvloeden dat nog wat zoekende is. We gaan op zoek naar wat ze zichzelf zou kunnen toestaan om hier meer ruimte voor te creëren. In contact met het gevoel komt ze uiteindelijk op; “ik ben ook oké als ik huil, ik ben ook oké als ik eens niets doe”. Haar ogen vullen zich met tranen die er eigenlijk nog niet helemaal mogen zijn. Ik ga tegenover haar zitten en we maken contact. Via aandacht en ademhaling leid ik haar naar het gevoel toe. Er is nog een lichte strijd zichtbaar maar dan barst ze in tranen uit. Het gevoel mag er nu zijn en met de ademhaling gaat ze het aan om ruimte te creëren in haar eigen lijf. Ruimte om toe te staan wat ze zelf graag wil; voelen en soms even niets hoeven. Ze huilt, haalt adem, wordt rustiger en snikt nog wat na. De onrust in haar lijf is verdwenen. Ze geeft aan moe te zijn “maar ik voel me ook lichter”. “Door jouw blik kwam het ineens vanzelf, ik kon het niet tegenhouden, dankjewel”. Dit raakt me. In het contact maken heb ik namelijk zelf gevoeld wat er bij mij speelde, dat ik zoveel herkende in haar verhaal en in haar verlangen. Dit keer heb ik dit er laten zijn, ik heb het niet weggemaakt. En hierdoor was het onderlinge contact veel intenser en kwam er bij haar dus meer ruimte. Wat een mooie ervaring ook voor mij. Dankbaar van twee kanten ronden we onze sessie af met een wat onwennige knuffel van haar kant. Dit is ze niet gewend, maar ook hierin kiest ze ervoor om het te proberen. Wat dapper!  

Laat een reactie achter

Scroll naar boven